Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna zeide hij tot Josafat: Zult gij met mij trekken in den strijd naar Ramoth in Gilead? En Josafat zeide tot den koning van Israel: [8]Zo zal ik zijn gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden als uw paarden. 8. Hebreeuws, gelijk mij, gelijk u, gelijk mijn volk, gelijk uw volk, gelijk mijn paarden, gelijk uw paarden; alzo 2 Kon.3:7, en 2 Kron.18:3. Dat is, ik zal met u in dezen strijd trekken, en zo getrouw zijn dat gij moogt steunen op mijn persoon als op den uwe, op mijn volk als op het uwe, enz.